Categorieën
Artikelen

5. Oefenen, hoe dan? (2)

In het vorige artikel heb ik met de 8 intelligentie-aspecten zoals Howard Gardner ze benoemde al aangetipt dat je met je verstand de wereld, en voor het doel van deze artikelen natuurlijk je gitaarstudie, op verschillende manieren kunt benaderen. In een volgend artikel zal ik daar dieper op in gaan want ik kan me voorstellen dat het en en ander nogal wat vragen bij je oproept.

Ik heb in datzelfde artikel vier gouden tips gegeven die je, als je ze opvolgt, goed zullen helpen bij je gitaarstudie; het is de snelste en de beste manier om gitaar te leren spelen.

Ik heb ook een van de manieren gepresenteerd hoe je je oefensessie(s) in kunt richten. Iedere stap daarin is belangrijk. Dit artikel gaat over het leren van een nieuw stuk. Hoe doe je dat het beste en hoe werkt het zijn de 2 hoofdvragen die ik zal proberen te beantwoorden.

Het komt wel eens voor dat leerlingen heel goed geoefend hebben maar toch allerlei fouten en ‘stotterpunten’ hebben in de stukken die ze spelen. Je kunt je voorstellen dat dat nogal frustrerend voor hen is. Natuurlijk vraag ik hen dan hoe ze hun stukken geleerd hebben. Daar hebben ze dan altijd een of andere fout in gemaakt.

Een van die fouten is de volgende: ze leerden eerst de ‘bovennoten’, waarmee ze de melodienoten bedoelen en daarna leerden ze de ‘ondernoten’, de basnoten. Ten slotte gingen ze de melodie en de bas samen spelen (het gaat hier over beginners die melodieën met open basnoten spelen).

De fout die deze leerlingen maakten was dat ze het stuk op 3 verschillende manieren geleerd hebben en dat hun motorisch systeem daardoor in de war raakte tijdens het voorspelen. Zoiets kun je wel doen om een idee te krijgen welke noten en/of grepen je allemaal moet spelen, maar zo moet je absoluut niet een gitaarstuk aanleren. Om te begrijpen waarom dit een verkeerde manier is moet je begrijpen hoe het aanleren van een gitaarstuk in feite werkt.

Stel je voor; je loopt door een grasland en je komt opeens een ondoordringbaar oerwoud tegen. Je moet absoluut naar een plaats toe die aan de andere kant van dat oerwoud ligt. Omlopen is geen optie, dan ben je zeker 3 dagen onderweg. Gelukkig is dat oerwoud maar honderd meter breed. Bovendien heb je een groot en scherp kapmes. Met het kapmes baan je je een weg door dat oerwoud en na een half uurtje ben je er doorheen. Gelukt, je bent er. Dit kun je vergelijken met de allereerste keer dat je een stuk speelt.

Na jou komt er nog iemand en hij heeft ook een kapmes bij zich. Wat denk je dat hij gaat doen? Zou hij zich een nieuw pad door het oerwoud gaan banen of zou hij jouw pad kiezen? Alle leerlingen die ik in de loop der jaren dit verhaal vertelde en dezelfde vraag stelde gaven hetzelfde antwoord: hij gaat over mijn gemaakte pad lopen. Ik denk dat jij dat antwoord ook zal geven. En ja, dit kun je vergelijken met de tweede keer dat je het stuk speelt. Het gaat al veel gemakkelijker, net als die tweede persoon die over het al gemaakte pad loopt. Die hoeft alleen nog maar hier en daar een takje of twijgje weg te kappen.

Alle volgende personen maken het pad breder en gemakkelijker te gaan. Het pad wordt zelfs harder en steviger doordat er steeds overheen gelopen wordt. Op een gegeven moment wordt er zelfs een asfaltweg overheen gelegd. Kun je lekker snel met de fiets, brommer of zelfs een auto er overheen. Geen last meer van dat bos.

Eerst de melodienoten en daarna de basnoten leren komt overeen met eerst het ene pad en dan daarna nog eens een pad daar vlak naast maken. En dan daarna nog eens een derde pad (voor het tegelijk spelen). Geen wonder dat je in de war raakt toch? En dan nog de tijd die het je allemaal kost. Je snapt zeker wel dat je het beste één goed en degelijk pad kunt maken met alles erop en eraan. Dat gaat vele malen sneller dan die 3 paden na en naast elkaar. Bovendien kun je dan niet de verkeerde weg meer nemen; er is immers maar één weg door het oerwoud?

Waarschijnlijk heb je nu een redelijk beeld hoe motoriek werkt en hoe bepaalde vaardigheden in je systeem komen. Dat is echter nog geen garantie dat dit op de juiste manier gebeurt. Als dit allemaal niet op de juiste wijze gebeurt, kun je je verkeerde bewegingen en technieken aanleren die bijna niet meer goed te krijgen zijn. Dit is vergelijkbaar met mensen die zonder gitaarles zichzelf het gitaarspel eigen proberen te maken. Je loopt ook nog eens het risico op heel vervelende blessures.

Stel je nu eens voor dat iemand je meeneemt in een helikopter en met je, hoog boven de bomen, over je weg gaat vliegen. En je ziet dat er allerlei overbodige slingers in zitten. Want ja, die eerste keer ben je om die dikke bomen heen gegaan. Je bent ook nog eens een tijdje langs een sloot gelopen totdat je een plek tegenkwam waar de sloot zo smal werd dat je er overheen kon springen. Toen ben je weer aan de overkant van die sloot teruggelopen. Kortom, die honderd meter van de breedte van dat bos heb je omgezet in een pad van achthonderd meter lang. Onhandig en overbodige verspilling van tijd en energie. Bovendien kun je ook nog eens gemakkelijk uit een van die bochten vliegen als je te hard rijdt. Een rechte weg is immers de kortste (en veiligste) afstand tussen 2 punten?

Je snapt het zeker al: je wegwijzer door dat oerwoud is je gitaardocent. Hij/zij kent immers het oerwoud op zijn duimpje. Je docent is de gids die je kan aanwijzen waar je het beste kunt beginnen zodat je de minste hinder zult ondervinden. Waar je geen dikke bomen zult tegenkomen die je eerst om moet kappen. Waar je geen sloten zult tegenkomen waar je eerst een brug overheen moet bouwen. Waar het oerwoud het smalst is enzovoort. Je kunt het zelf wel bedenken.

Het hele stuk doorspelen en dan nog eens en steeds weer opnieuw werkt ook niet zo goed. Zelfs al doe je het volgens de aanwijzingen van je docent. Om in de beeldspraak van het oerwoud te blijven: je wilt toch een recht, breed, verhard en overzichtelijk en veilig pad door het oerwoud? Zodat je jouw weg helemaal kunt overzien en het eindpunt in de verte kunt zien liggen als je aan het begin staat? Dan moet je van het begin af aan, de eerste keer dat je met het nieuwe stuk gaat beginnen, je pad in kleine stukjes goed en degelijk gaan maken en pas verder gaan als het eerste stukje helemaal klaar is.

Met je gitaar in je handen betekent dat korte stukjes heel goed leren. Misschien niet meer dan 3 of 5 noten of grepen zo goed, mooi en foutloos mogelijk leren spelen voordat je verder gaat met het volgende korte stukje. En dat net zo lang tot je het hele stuk kunt spelen. Misschien kost het je een paar dagen maar dan kun je het ook echt. Zonder haperen en fouten een stuk mooi kunnen spelen in maar een paar dagen, en misschien ook wel in één dag als het stuk niet te lang is. Dat is wat je toch eigenlijk wel zou willen? Het enige wat je hoeft te doen is de verleiding te weerstaan het hele stuk te spelen als je het nog niet ‘in je vingers hebt’. Dat geeft altijd het beste resultaat. Ongeacht je karakter, je intelligentie of je temperament.

Het gevolg van deze aanpak is dat je zelfverzekerder wordt en steeds meer plezier in het oefenen gaat krijgen. Je zult tevreden zijn over je spel en misschien zelfs wel een beetje trots op jezelf. Gitaarspelen wordt er veel leuker door en steeds meer mensen zullen met plezier naar jou willen luisteren. En het oerwoud? Je zult nu kunnen zien dat daarin de mooiste bloemen en planten groeien en de mooiste vogels en dieren leven.

Categorieën
Artikelen

6. Oefenen, hou onthoud je dat allemaal?

Hoe werkt je geheugen?

‘Meester, speelt u dat zomaar uit uw hoofd? Hoe kunt u al die noten nou allemaal onthouden? Kunt u alle stukken uit dit boek zomaar spelen zonder naar de muziek te kijken?’ In één adem kwam het er bij dat leerlingetje uit terwijl ze mij met grote ogen aankeek. Verbazing en ongeloof stonden in haar ogen te lezen. Een jaar later kon ze het zelf ook. Ze had van mij geleerd hoe ze gitaarliedjes moest leren zodat ze zonder bladmuziek de mooiste stukken kon spelen. En ze kon er zo tien achter elkaar spelen; een repertoire van bijna een half uur muziek.

Uit het hoofd spelen is niet moeilijk, en eigenlijk een noodzaak als je gitaar wilt leren spelen. Want om mooi en goed te leren spelen moet je naar jezelf luisteren. En als je leest luister je niet. Maar hoe leer je dan om al die stukken te onthouden? Om dit te kunnen leren moet je weten en begrijpen hoe je geheugen werkt.

Het geheugen, een netwerk

Je geheugen zit niet op een bepaalde plaats in je hoofd, of in een gedeelte van je hersenen. Er zijn ook geen speciale geheugencellen of zoiets, waar je herinneringen in zitten weggestopt. Sterker nog, je geheugen zit niet alleen in je hoofd maar het zit in je hele lichaam. Je geheugen is namelijk een neuraal netwerk van zenuwcellen die met elkaar verbonden zijn. Overal in je lichaam zit een stukje van een of andere herinnering. Zo kun je je bijvoorbeeld voorstellen (herinneren) hoe iets wat je bekend is aanvoelt zonder het aan te raken of in je handen te hebben. Of hoe koude aanvoelt terwijl je lekker warm bij het open haardvuur zit. Of hoe pijn aanvoelt terwijl er niets aan de hand is. Het is wel zo dat je met je hoofd je geheugen (dat hele netwerk) bewust kunt besturen. Het brein is een heel complex neuraal netwerk.
Maar er komen ook onbewuste herinneringen in je geheugen terecht. Ik zal proberen uit te leggen wat dat zijn, hoe dat kan, en hoe het werkt.

We onderscheiden twee functies van het geheugen. Je mag ook zeggen twee soorten geheugen. Het ene wordt het lange termijn geheugen en het andere het korte termijn geheugen genoemd.

In je lange termijn geheugen zitten al je herinneringen, alles wat je in je leven geleerd en beleefd hebt. Ook wat je ooit gevoeld, geroken, ervaren hebt en ja, ook alle bewegingen die je in je leven gemaakt hebt. Dit aspect is het motorische deel van je geheugen. Je mechanische vaardigheden. Je zenuwen sturen immers je spieren aan. Als je een gitaarstuk uit je hoofd speelt doe je dit vanuit dit lange termijn geheugen. Je kunt dit geheugen vergelijken met de harde schijf van je computer. Of met een CD of met een DVD. Alles staat er op / zit er in.

Je korte termijn geheugen is je werkgeheugen. Het is razendsnel en heel flexibel. Allerlei indrukken, beelden, woorden, getallen etc. floepen er in en er uit. Wat je bewust en onbewust waarneemt, of wat je aan het leren bent, komt via je ogen, oren, gevoelszenuwen etc. je korte termijn geheugen binnen. Je kunt dit geheugen vergelijken met de geheugenchip in je computer, het RAM-geheugen.

Wat belangrijk is om te onthouden stuur je bewust of onbewust naar je lange termijngeheugen toe waar het een plaatsje krijgt als herinnering. Als je een nieuw gitaarstuk aan het leren bent doe je dit met je korte termijn geheugen.

Hoe leer je een gitaarstuk uit je hoofd?

Een vaardigheid, of iets anders wat je moet leren (zoals een serie woordjes voor een toets van school) breng je van het korte termijn geheugen naar het lange termijn geheugen door middel van herhaling van de leerstof. Nu is het korte termijn geheugen weliswaar heel snel en flexibel, maar er kan met niet meer dan 7 dingen gewerkt worden. 7 is voor iedereen het maximum, ook voor het grootste genie of talent. Bij het gitaarspelen werk je dus met een serie van 7 handelingen als maximum die je een aantal keren moet herhalen. Maar 7 handelingen zijn geen 7 noten achter elkaar.

Stel je maar eens voor dat je in een passage de C in het eerste vakje van de B-snaar moet spelen, tegelijk met de losse A-snaar. Dat is voor je linkerhand dus 1 vinger maar voor je rechterhand zijn het er 2 (duim en wijs- middel- of ringvinger). Dat zijn dus in totaal 3 dingen, handelingen, waarop je je moet focussen. Zo kom je al gauw aan de serie van 7 als er daarna nog een paar noten komen. Beperk je hoe dan ook dit erg korte stukje van 7 handelingen (langzaam spelen en in het juiste ritme). Speel het stukje 4x, stop even een paar seconden (niet langer dan een halve minuut) en doe het nog eens 4x. Dit keer probeer je het stukje uit je hoofd te spelen. Herhaal deze serie net zo vaak (met een korte pauze van een paar seconden ertussen) tot je het gaat ervaren als een geheel. Je zult zien dat je het nu uit je hoofd kunt spelen.

Leer nu op dezelfde manier het volgende korte stukje. Enzovoort. Je zult zien dat je al met al maar hooguit 10 minuten nodig hebt om een groot deel van je nieuwe stuk uit je hoofd te kunnen spelen. Vergeet niet dat de korte pauzes tussen de series van herhalingen een belangrijk onderdeel zijn van het leerproces. Even hoofd en spieren ontspannen of resetten hoort er bij.

Nu is er nog iets anders aan de hand. Terwijl je aan het leren bent komen er ook allerlei andere zaken tegelijkertijd je lange termijn geheugen binnen zoals geuren, gevoelstemperatuur, buitengeluiden, huiselijke geluiden, herrie van de buren enzovoort. Deze worden gekoppeld aan hetgeen je zojuist geleerd hebt. Dus als je een stuk geleerd hebt terwijl er (onbewust) veel herrie om je heen was zal je je heel onzeker voelen als je het stuk gaat spelen terwijl het heel stil is en er iemand naar je luistert. Herken je dit? Je hebt nog wel zo goed geoefend en op les (of tijdens een concert) gaat het waardeloos.

Nu snap je zeker ook wel dat het heel belangrijk is om een goede oefenplek te hebben waar je niet gestoord wordt. Of een tijdstip voor je oefenuurtje te vinden dat het rustig om je heen is. Overigens is dit de reden dat een orkest, band of solist altijd een paar uur van tevoren repeteert in de concertzaal waar diezelfde dag of avond opgetreden moet worden. Wennen aan de zaal, de akoestiek, de geur, de temperatuur van de plek waar het moet gebeuren is een belangrijk onderdeel van het werk van de professionele musicus.

Datgene wat je geleerd hebt is gekoppeld aan de omstandigheden, indrukken en gewoonten waarin het leerproces heeft plaats gevonden. Zo roep je herinneringen ook weer op uit je geheugen: zorg voor dezelfde omstandigheden, dan komen de herinneringen weer vanzelf naar boven. Ook handig om te weten als je iets moet leren voor school; als je gewend bent om op een potlood te kauwen tijdens het leren doe dit dan ook tijdens je toets of examen. Dat scheelt een heel stuk.